Goed slapen is nodig om gezond te blijven

In je slaap herstelt je lichaam zich, vermindert de stress in je lijf en doe je nieuwe energie op. Als je lekker slaapt, word je uitgerust wakker: je voelt je fit en je bent scherp en alert. Volwassenen hebben gemiddeld zo’n 8 uur slaap per nacht nodig. Maar ruim de helft van de mensen met diabetes haalt die uren niet. Slaap je meer dan drie nachten per week slecht en houdt dat minstens drie maanden aan? Dan kan je een slaapstoornis hebben. Mensen met diabetes type 2 hebben meer kans om een slaapstoornis te krijgen, zoals insomnia (slapeloosheid) of slaapapneu (ademstops in je slaap). 

 

Dáárom is voldoende slaap zo belangrijk 

Als je diabetes hebt, is het extra belangrijk dat je voldoende slaapt. Een goede nachtrust zorgt er namelijk voor dat je ’s ochtends met een stabiele glucosewaarde wakker wordt. Daardoor is het de rest van de dag makkelijker om die waarde goed te houden. Bovendien heb je meer energie als je opstaat met een goede waarde. Als je lekker hebt geslapen, sta je dus al met 1-0 voor. 
 

Goed slapen gaat beter als de bloedglucose (redelijk) stabiel is. Zijn er overdag veel pieken en dalen, dan is de kans op een slechte nachtrust groter. En bij hoge glucosewaardes in de nacht is de kwaliteit van de slaap ook minder. Dat merk je de dag erna: je lichaam is dan tijdelijk minder gevoelig voor insuline. Daardoor is het lastiger om de bloedglucose op peil te houden. 

 

Slecht slapen: dit zijn de boosdoeners 

  • Nachtelijke hypo’s kunnen je uit je slaap houden. Ze komen vooral voor bij diabetes type 1. Zo’n lage bloedglucose kan komen doordat je meer insuline hebt gegeven dan nodig was voor de maaltijd. Ook sporten in de late middag of avond kan ‘s nachts nog voor lage waardes zorgen. Bij een hypo in de nacht kun je wat snelwerkende koolhydraten nemen (bijvoorbeeld ranja of dextro). Meestal stijgt de bloedglucose daardoor snel weer.  
     
    Na een nachtelijke hypo kun je de volgende dag last hebben van vermoeidheid en hoofdpijn. Ook bestaat de kans dat je opstaat met een hoge waarde als reactie van het lichaam op de hypo. Niet iedereen wordt overigens wakker van een hypo; sommige mensen slapen er gewoon doorheen, maar hebben ‘s ochtends wel last van hoofdpijn of een hoge bloedglucose.  
     
  • Ook nachtelijke hypers maken het moeilijker om door te slapen. Van een hyper krijg je dorst en moet je plassen. Ga je naar het toilet, doe dan zo weinig mogelijk lampen aan. Veel licht maakt je klaarwakker en maakt opnieuw inslapen moeilijker.  
     
  • De piepjes van het sensoralarm zijn soms ook de oorzaak van slecht slapen. Maar die alarmen zijn er niet voor niets: ze waarschuwen dat de bloedglucose te hoog of te laag dreigt te raken. Je kunt dan op tijd maatregelen nemen om een hypo of hyper te voorkomen. De insulinepomp kan ook een alarm geven wanneer er een storing of verstopping is of wanneer de batterij vervangen moet worden bijvoorbeeld.  
     
  • Tenslotte kun je ook wakker liggen omdat je aan het piekeren blijft. Schommelende waardes, angst voor complicaties, lijstjes in je hoofd van wat je allemaal moet regelen: met diabetes krijg je er naast je dagelijkse zorgen nog een heleboel andere erbij. 

 

Beter slapen dankzij hybrid closed loop 

Hybrid closed loop systemen zorgen vaak voor een stabielere bloedglucose in de nacht. Het systeem bestaat uit een insulinepomp, een glucosesensor en een algoritme. De sensor meet voortdurend de bloedglucose, een algoritme berekent hoeveel insuline er nodig is en geeft dat automatisch door aan de pomp. Je hoeft dus ’s nachts niet meer wakker te worden om te meten, te eten of te corrigeren. Daardoor slaap je vaak een stuk beter. 
 

Om in aanmerking te komen voor een hybrid closed loop systeem, is dit afhankelijk van de vergoeding van de bijbehorende sensoren. 
 

Bekijk de criteria hier 
 

Een hypo in de nacht voorkomen 

Heb je vaak last van nachtelijke hypo’s? Dan loont het de moeite om uit te zoeken of je die kunt voorkomen. Met een sensor kun je zien hoe het verloop van de bloedglucose tijdens de nacht is. Zie je steeds rond hetzelfde tijdstip een daling? Dan kan een aanpassing in je insulineschema misschien helpen. Hier kun je zien volgens welke criteria je zorgverzekeraar de sensoren vergoedt.  

Komen de hypo’s met name voor na het sporten? Probeer dan eens of het helpt als je een boterham of banaan eet voor je gaat slapen. Die langzame koolhydraten kunnen de glucosedip vaak wel opvangen. Heb je een insulinepomp, dan kun je de verlaagde basaalstand van de pomp (sportstand) ook wat langer door laten lopen.  

 

Zo zorg je voor rustige nachten 

  • Gun jezelf een rustig bedtijdritueel. Ga zoveel mogelijk op dezelfde tijd naar bed. Kijk twee uur voor het slapen niet meer op je tablet of telefoon vanwege de extra prikkels én het blauwe licht. Lees een boek, luister naar muziek, vouw de was op of doe wat ontspanningsoefeningen voor je gaat slapen. 
  • Zet snelle suikers (bijvoorbeeld ranja, dextro) op je nachtkastje, zodat je er niet midden in de nacht nog naar op zoek hoeft. 
  • Overdag voldoende bewegen helpt om ’s nachts beter te slapen. Ga dus lekker wandelen of doe je boodschappen te voet. 8000 stappen per dag is het advies. 
  • Gebruik je een pomp en/of sensor, overleg dan met je behandelteam welke alarmen er eventueel uitgezet kunnen worden. Als je minder piepjes hoort, blijf je alerter.  
  • Check voor het slapengaan of er niet (bijna) een batterij, reservoir of infuusset vervangen moet worden. Dat scheelt weer een nachtelijk alarm. Kijk ook of je bloedglucose niet (snel) aan het dalen is. 
  • Ben je toch wakker geworden? Ademhalingsoefeningen kunnen helpen om te ontspannen en voorkomen dat je gaat liggen piekeren. Zo val je makkelijker opnieuw in slaap. 

 

Vragen na het lezen van dit artikel?

Neem dan gerust contact met ons op, onze DiabetesExperts gaan graag met je in gesprek.

Nieuwsbrief melding

Altijd op de hoogte?

Ontvang 4x per jaar de nieuwste diabetes technologie in je mailbox.