1. Laat ze lekker buiten spelen 

Of het nou mooi weer is of niet: buiten spelen kan altijd. Wordt de achtertuin te klein, dan biedt een park of speeltuin in de buurt volop speelplezier. Al die lichaamsbeweging is extra goed als je diabetes hebt. Het maakt het lichaam gevoeliger voor insuline, waardoor het makkelijker is om hoge bloedglucosewaarden te voorkomen. Laat ze maar rennen dus! 

Wanneer je flink in beweging bent, kan de bloedglucose snel dalen. Laat je kind dus regelmatig tussendoor de bloedglucose checken om een hypo te voorkomen. Zijn ze ergens spelen en ben je zelf niet in de buurt? Dan kun je vaak op afstand meekijken naar de sensorwaarden via je telefoon of een App.  

 

2. Pak de bbq slim aan 

Voor kinderen is barbecueën vaak een feest! Een tafel vol lekkere hapjes waar je doorlopend van kunt snaaien is natuurlijk heel verleidelijk. Maar dat maakt het tegelijkertijd ook ingewikkeld om uit te rekenen hoeveel insuline je moet geven. Met deze tips wordt het al een stuk makkelijker: 

  • Maak groenten extra aantrekkelijk. Maak bijvoorbeeld kleurrijke spiesjes, zet snacktomaatjes en snackkomkommer klaar of maak een regenboog van rauwkost op een bord. 
  • Kies volkoren stokbrood in plaats van wit. De vezels in volkoren helpen om een piek in de bloedglucose te voorkomen.  
  • Geef water in plaats van sap of frisdrank, dat scheelt veel koolhydraten
  • Laat kinderen tussendoor lekker veel bewegen. Even springen op de trampoline of een potje voetbal voorkomt een snelle stijging van de bloedglucose. 

 

3. Zwemmen met diabetes: zo gaat het goed 

Zwemmen is sporten: door de inspanning daalt je bloedglucose. Check dus voor je kind het water in duikt of zijn waarde niet te laag is (of dreigt te worden). In dat geval is het slim om eerst nog wat koolhydraten te geven. Soms kan een daling heel snel gaan – het is dus slim om tussendoor regelmatig even te checken. 
 

Zwemmen en zweten kunnen er in de zomer voor zorgen dat de pleister van de sensor, infuusset of patchpomp sneller loslaat. Dat voorkom je door er een extra plaklaagje onder te doen (bijvoorbeeld Skin Tac) of er een extra pleister overheen te plakken. Goed om te weten: pleisters hechten pas optimaal na enkele uren. Plaats ze dus niet vlak voor je gaat zwemmen!  

 

4. Zwemmen met een insulinepomp: dat kan ook 

Met de meeste insulinepompen kun je gewoon zwemmen. Het fijne daaraan is dat de insulinetoediening dan gewoon doorloopt. Weet je niet zeker of de pomp van je kind waterdicht is? Check het in ons handige productoverzicht. Let op: spatwaterdicht betekent dat de pomp tegen een paar druppels kan, maar niet dat je ermee kan zwemmen. Is de pomp wel waterdicht, dan zie je ook hoe lang en hoe diep je ermee kunt zwemmen.  

Wil je kind de pomp liever afkoppelen voor het zwemmen? Dat kan ook. Leg de pomp op een veilige plek en niet in het zand of in de volle zon – insuline kan namelijk niet goed tegen hitte. 

 

5. Voorkom een hypo in de zomer 

Veel kinderen met diabetes merken dat ze in de zomer minder insuline nodig hebben. Ze zijn dan veel buiten en dus actiever. En als het heel warm is, hebben ze misschien ook minder honger. Bovendien werkt de insuline door het warme weer beter. Dat betekent ook dat ze eerder een hypo kunnen krijgen, zeker op warme dagen. Iets om rekening mee te houden. 

Maar het kan ook zijn dat jouw kind door de hitte juist weinig beweegt. Ook als je kind veel frisdrank drinkt, kan het zijn dat er juist méér insuline nodig is. Hou de bloedglucose dus goed in de gaten en overleg eventueel met het behandelteam of je iets moet veranderen aan de instellingen. 

 

6. Laat je kind voldoende drinken  

In de zomer is het voor iedereen belangrijk om voldoende te drinken. Als het warm is, transpireer je meer en dat vocht moet je aanvullen. Kinderen van 1 tot 13 jaar hebben 1 tot 1,5 liter per dag nodig, kinderen vanaf 14 jaar 1,5 tot 2 liter. Bij zomerse temperaturen of als ze gaan sporten mag dat nog wat meer zijn. 

Heb je diabetes, dan is voldoende drinken extra belangrijk. Bij minder vocht in je lichaam werkt insuline namelijk minder goed. Bovendien kan de sensor dan onjuiste waardes geven. 

Is je kind niet zo’n waterdrinker? Je kunt water ook een smaakje geven door er aardbeien, sinaasappel of citroen aan toe te voegen. Of kies voor frisdrank light of suikervrije limonadesiroop (zoals Slimpie of Diaran). Die kun je drinken zonder dat de bloedglucosewaarde stijgt, je hoeft er dus geen insuline voor te geven. Zoetstoffen kunnen veilig gebruikt worden, maar er zijn wel adviezen voor de maximale hoeveelheden per dag.  

 

7. Zo bereken je koolhydraten in ijsjes 

Niks zo lekker als een ijsje tijdens de zomervakantie. Op voorverpakt ijs staan de koolhydraten vermeld in de voedingswaardetabel. Eerst even lezen dus voor je het ijsje uit de wikkel haalt.  

Voor schepijs of softijs is het vaak moeilijker om de juiste hoeveelheid koolhydraten in te schatten. Een gemiddeld bolletje weegt ongeveer 50 gram, maar tref je een royale ijsschepper, dan kan een enkele bol wel het dubbele zijn (en dus twee keer zoveel koolhydraten bevatten). Dit kan je rekenen voor een gemiddeld bolletje: 

  • Bolletje schepijs: 13 gram koolhydraten 
  • Bolletje sorbetijs: 15 gram koolhydraten 
  • Softijsje 18 gram koolhydraten 

Goed om te onthouden: waterijsjes bevatten de minste koolhydraten. Een raketje bijvoorbeeld bevat maar 10 gram. 

 

Vragen na het lezen van dit artikel?

Neem dan gerust contact met ons op, onze DiabetesExperts gaan graag met je in gesprek.

Meer over diabetes en vakantie? 

Tips voor een zorgeloze vakantie en een handige checklist.