Op schoolreisje met diabetes: zo regel je het goed
Als je kind diabetes heeft, is een schoolreisje of schoolkamp extra spannend. Maak dus van tevoren goede afspraken, dan kunnen jij én je kind zorgeloos van zo’n uitstapje genieten.

Meegaan of niet?
Een schoolreisje of schoolkamp is voor veel kinderen het hoogtepunt van het schooljaar. Voor ouders is zo’n uitje vaak best spannend. Je draagt de zorg voor een hele dag (of langer) over aan anderen – en als je kind diabetes heeft kan dat loslaten best een uitdaging zijn. Wanneer je kind nog jong is of pas net diabetes heeft, kan het voor alle partijen fijn zijn als je zelf mee kunt op schoolreisje. Zo houd je zelf de regie, voelt je kind zich veilig en hoeft de school zich geen zorgen te maken over wie de zorg voor de diabetes op zich neemt.
Bewust níet meegaan is ook een optie. Wanneer je alles van tevoren goed regelt, kan dat vaak prima. Door niet mee te gaan geef je je kind de ruimte om te groeien naar meer zelfstandigheid. Daardoor neemt het zelfvertrouwen van je kind toe, ook als het gaat om het zorgen voor zijn diabetes.
Goede afspraken maken
Wie doet wat? Spreek af wie er tijdens het schoolreisje of kamp de diabeteszorg op zich neemt. Dat kan de leerkracht zijn, de intern begeleider of iemand anders. Zet de belangrijkste dingen samen op papier. Bijvoorbeeld hoe vaak de bloedglucose gecheckt moet worden, hoe en wanneer er insuline gegeven wordt (spuiten of bolussen met de pomp), bij welke waardes je dextro’s of ranja geeft en bij welke waardes je gebeld wilt worden.
Kan je kind bepaalde dingen al zelf? Maak dan ook goede afspraken met je kind, zoals wanneer hij zijn bloedglucose moet checken en dat hij geen bolus mag overslaan.
Het programma
Vraag wat er op het programma staat. Bij inspannende activiteiten zoals zwemmen of sporten, maar ook bij veel lopen in een dierentuin of pretpark heb je snel een lagere glucosewaarde. Spreek af dat je kind altijd voor een inspanning de bloedglucose checkt en eventueel iets extra’s eet. Stel op de pomp een hogere streefwaarde in (sportstand) zodat de kans op hypo’s kleiner is.
De spanning van een dagje uit kan ook juist zorgen voor hogere waardes. Zo’n hyper kun je beter niet meteen corrigeren met extra insuline! Wanneer de spanning zakt, daalt de glucosewaarde namelijk vaak vanzelf weer. Eerst maar even afwachten dus.
Maaltijden
Als je weet wat er tijdens het schoolreisje of schoolkamp gegeten wordt, kun je samen een maaltijdschema opstellen. Zo kun je alvast de koolhydraten inschatten en aangeven hoeveel insuline nodig is bij welke bloedglucosewaarde. Veel insulinepompen hebben hiervoor een boluscalculator. Is de leerkracht hier nog niet mee bekend? Dan is het de moeite waard om dit samen te bekijken. Zorg er verder voor dat er overdag altijd snelwerkende suikers binnen handbereik zijn, zoals dextro of limonade.
Wat te doen bij hypo en hyper
- Hypo’s (lage bloedglucose) tijdens een schoolreisje kun je beter niet afwachten. Een hypo kan soms zo erg worden dat een kind bewusteloos raakt. Het beste is om meteen snelle koolhydraten toe te dienen.
- Bij een hyper (bloedglucose hoger dan 15) is het verstandig om extra insuline toe te dienen en water te drinken. Meet na twee uur opnieuw. Zakt de waarde niet? Laat dan ook de ketonen meten.
- Spreek af dat er bij misselijkheid en braken altijd wordt gebeld met de ouders of het behandelteam.
Blijven slapen
Blijft je kind tijdens een schoolkamp slapen? Dan kan je gedurende de nacht de streefwaarde hoger zetten om een hypo te voorkomen. Overleg dit altijd met je behandelaar wat hierin verstandig is. Verder is het fijn als iemand 's nachts een controle kan doen (bijvoorbeeld rond 03.00 uur), omdat de kans op hypo's groter is na een dag met veel activiteit.
Telefoonnummers
De begeleiders van het schoolreisje of schoolkamp moeten erop kunnen rekenen dat ze jou of je partner altijd kunnen bellen. Zorg ervoor dat je bereikbaar bent en zet de niet-storen-functie voor ’s nachts uit. Naast je eigen telefoonnummer is het ook handig om het nummer van het behandelteam door te geven.
Tip: DVN heeft een formulier ‘Informatie begeleiding schoolkamp’ dat je kunt downloaden en invullen. Daarop staat alle praktische informatie voor de begeleiders van een schoolkamp en kun je ook alle contactgegevens invullen.
Dit regel je zelf
- Geef voldoende diabetesspullen mee. Ga uit van de reguliere hoeveelheid insuline, infuussetjes, sensoren, stripjes en lancetten en vermenigvuldig dat met drie. Zo weet je zeker dat je kind nooit zonder zit. Vergeet ook de ketonenmeter niet.
- Geef extra batterijen mee voor de pomp, de handset etc.
- Spreek af wie er op de diabetestas let. Je kind is op zo’n dag veel drukker dan normaal, en dan kan een tas zomaar ergens blijven staan.
- Geef voldoende ‘hypovoer’ mee, zoals dextro’s, koekjes etc.
- Geef eventueel zelf eten en tussendoortjes mee. Als je kind zoveel mogelijk zijn vaste eetpatroon aanhoudt, is de kans op hypo’s en hypers kleiner.
- Zorg dat je telefonisch bereikbaar bent. De leerkracht kan bellen bij een hypo, wanneer je kind zich niet lekker voelt, wanneer er vragen zijn rondom de maaltijd of voor een tussentijdse update.
Mijn kind mag niet mee…
Scholen mogen niet zomaar zeggen dat een kind niet meekan op schoolreis of schoolkamp, puur omdat het kind diabetes heeft. Elk kind heeft volgens de wet recht om deel te nemen aan alle schoolactiviteiten. Je hoeft een weigering dus niet te accepteren. Wel is het belangrijk dat de school weet wat er verwacht wordt tijdens zo’n uitstapje en dat alle diabeteszaken duidelijk en goed geregeld zijn. Daarom is het belangrijk dat je ruim van tevoren het gesprek aangaat. Vertel wat er nodig is om het schoolreisje of schoolkamp veilig te laten verlopen. En misschien kun je zelf mee als begeleider. Of je spreekt af dat je kind altijd in het groepje zit van de eigen meester of juf. Die is vaak al bekend met de dagelijkse gang van zaken rondom de diabeteszorg. Wat ook kan is dat je kind een diabetesbuddy krijgt, een vriend of vriendin die weet wat er moet gebeuren en wanneer er hulp ingeroepen moet worden.
Ga je zelf niet mee? Dan kun je als ouder op afstand meekijken via je telefoon of app. Je hoeft niet bij elke hoge of lage glucosewaarde meteen te bellen, maar zo kun je toch een oogje in het zeil houden.